Alle draagbare apparaten zijn momenteel uitgerust met speciale batterijen die als stroombron fungeren en na een bepaalde tijd moeten worden opgeladen. Als gevolg van onjuist of langdurig gebruik kunnen batterijen hun energiereserve verliezen, wat de gebruiksduur verkort. In dit opzicht is het noodzakelijk om van tijd tot tijd operaties uit te voeren om ze nieuw leven in te blazen.
instructies:
Stap 1
Verwijder de batterij uit uw draagbare apparaat. Zoek een belasting die parallel aan de batterij moet worden aangesloten. U kunt bijvoorbeeld autolampen gebruiken. Daarna wordt ook een voltmeter parallel geschakeld.
Stap 2
Let op de meterstand. Het is noodzakelijk dat de batterij wordt ontladen tot 1V. Als de spanning onder de 0,9 V daalt, kan de batterij kapot gaan, waarna het moeilijk is om hem weer tot leven te brengen. Het is ook erg belangrijk om de temperatuur van het apparaat te meten. Als het stijgt tot 50 graden, moet u de belasting uitschakelen totdat deze is afgekoeld en vervolgens doorgaan met ontladen.
Stap 3
Laat de batterij 10-15 minuten staan na het ontladen. Dit is nodig voor de normalisatie van processen in het apparaatelement. Sluit de batterij aan op een stroombron en neem metingen met een voltmeter en ampèremeter. In dit geval is de voeding met één contact verbonden met de plus van de batterij en de tweede met het vrije contact van de ampèremeter.
Stap 4
Zorg ervoor dat u een thermisch relais of thermische sensor op het apparaat bevestigt, die is bevestigd met koelpasta voor nauwkeurigere metingen. Deze onderdelen kunnen op elke radiomarkt worden gekocht.
Stap 5
Zet de spanningsregelaar op de minimum stand op de voeding. In dit geval is het noodzakelijk om vooraf vertrouwd te raken met de instructies voor de nieuw leven ingeblazen batterij en de capaciteit ervan te bepalen. Begin met het verhogen van de spanning en let op de ampèremeter. Stop nadat de stroomsterkte een tiende van de capaciteit van het apparaat heeft bereikt.
Stap 6
Begin stap voor stap de spanning te verhogen. Verander gedurende het eerste uur de positie van de regelaar om de vijf minuten en daarna - elk uur. In dit geval is het noodzakelijk om de aflezingen van de voltmeter en ampèremeter te controleren. Wanneer de spanning 1,5 V bereikt, stop dan met veranderen. Laad de batterij vervolgens 4-6 uur op totdat de stroomsterkte nul is. Koppel de batterij los van de stroombron. Herhaal de operatie na een paar dagen.