De machineaccu wordt opgeladen door een gelijkstroombron. In dit geval worden verschillende gelijkrichters gebruikt, waarmee u de laadstroom of -spanning kunt regelen. Meestal worden twee methoden gebruikt om batterijen op te laden: constante stroom of constante spanning.
instructies:
Stap 1
Laad de auto-accu op met een constante stroomwaarde van 0,1 keer een laadsnelheid van 20 uur. Heeft uw accu bijvoorbeeld een capaciteit van 60 Ah, dan is de laadstroom 6 A. Gebruik een regelapparaat dat de stroom tijdens het laadproces constant houdt.
Stap 2
Om de gasontwikkeling te verminderen en de laadtoestand van de batterij te verhogen, is het noodzakelijk om de stroomsterkte stapsgewijs te verminderen met een toename van de laadspanning. De batterij wordt als volledig opgeladen beschouwd als er binnen 1-2 uur geen veranderingen in stroom en spanning zijn. Het nadeel van deze laadmethode is de noodzaak van constante monitoring en controle over de grootte van de laadstroom.
Stap 3
Gebruik de methode met constante spanning om de accu van de machine op te laden. De laadstatus is direct afhankelijk van de spanning van de lader. De interne weerstand van de batterij kan ertoe leiden dat op het moment van inschakelen de stroomwaarde 40-50 A kan bereiken. In dit opzicht moet de lader zijn uitgerust met een circuitontwerp dat de laadstroom beperkt tot 20-25 A.
Stap 4
Sluit de oplader aan op de auto-accu. Bepaal de polariteit van de draad die is aangesloten op het chassis van het voertuig. In de regel heeft het een min-waarde. In dit geval is het noodzakelijk om de positieve draad van de lader aan te sluiten op de positieve pool van de accu en de negatieve draad op de voertuigmassa. In dit geval mogen de draden niet in contact komen met de accu of benzineleiding.
Stap 5
Sluit de oplader aan. Stel de gewenste batterijoplaadmodus in. Controleer het laadproces en wijzig indien nodig de parameters van de laadstroom of -spanning. Na voltooiing is het noodzakelijk om het apparaat los te koppelen van het netwerk. Daarna wordt eerst de negatieve draad losgekoppeld en vervolgens de positieve draad.