Nadat de installatie van schotelantennes is voltooid, kunt u doorgaan naar de installatiefase. Voordat u dit doet, moet u echter alle noodzakelijke parameters leren om de juiste instelling te maken.
instructies:
Stap 1
Zoek eerst uit op welke satelliet u de antenne gaat afstemmen. Bovendien moet u de azimut, elevatie, LNB-hoek en richting naar een specifieke satelliet weten. Als u niet over dergelijke informatie beschikt, neem dan contact op met specialisten in satellietapparatuur of ga naar een gespecialiseerde site waar u, door de naam van de satelliet en de geografische coördinaten van de antenne-installatieplaats in te voeren, alle benodigde waarden ontvangt.
Stap 2
Draai de converter in overeenstemming met de ontvangen gegevens. Afhankelijk van hoe de antenne zich ten opzichte van de 75e meridiaan bevindt, draait u met de klok mee of tegen de klok in. Als je gegevens van de site hebt gehaald, houd er dan rekening mee dat de draairichting van de converter daar wordt aangegeven met de voorwaarde dat de persoon zich achter de antennespiegel bevindt. Let op: op de schaal van de omzetter komen kleine delen overeen met 5 graden en grote delen met 10. Teken met behulp van een kompas de azimutwaarde met de klok mee vanaf de Noordpool.
Stap 3
De hoekwaarde wordt berekend voor antennes zonder rekening te houden met de offsethoek die voor elke antenne anders is. Heb je een World Vision, Golden Interstar of Supral antenne, dan heeft de fabrikant bij het berekenen van de schaal op de antennesteun al rekening gehouden met de offsethoek in de elevatiehoek. Als je een ander merk antenne hebt, bereken dan de hoogte met de formule: UM = UM (dishpointer) 0-240.
Stap 4
Het opzetten van een schotelantenne zal succesvol zijn als u over gespecialiseerde apparatuur beschikt. Als er geen is, stem dan de antenne af met behulp van de ontvanger, maar houd er rekening mee dat het uiterst moeilijk zal zijn om de schaal van de ontvanger perfect af te stellen. Houd er ook rekening mee dat een slechte antenne-afstemming u geen gangreserve geeft voor slechte weersomstandigheden, waardoor het signaal verslechtert.
Stap 5
Schakel het menu "Installatie" in de ontvanger in en selecteer de gewenste satelliet en een van zijn transponders in de TP-instellingen. Pas vervolgens de schalen voor kwaliteit en signaalsterkte aan, waarbij u zich richt op de kwaliteitswaarde: bij een goed signaal moet deze meer dan 50% bedragen.
Stap 6
Probeer de signaalsterkte te maximaliseren door de richting van de antennespiegel te veranderen door deze naar de satelliet te bewegen. De antenne is dan klaar voor gebruik.