Bij het kiezen van een nieuwe tv wordt de koper geconfronteerd met de vraag wat beter is: LCD of "plasma"? Als lcd-tv's duurder zijn, betekent dat dan dat ze superieur zijn aan relatief goedkope plasma-tv's?
Wat is het verschil tussen lcd- en plasma-tv's: theorie
Traditionele tv's met dikbuikige beeldbuizen zijn in feite al onderdeel van de geschiedenis geworden. Nu op de tv-markt wordt de bal geregeerd door lcd-schermen en plasmapanelen. Tegelijkertijd zijn de kosten van "plasma" iets lager dan die van een lcd-tv. Maar betekent duurder ook altijd beter? Het antwoord op deze vraag heeft te maken met tv-productietechnologie.
Het werkingsprincipe van een plasmapaneel is als volgt. De smalle ruimte tussen de twee transparante panelen is gevuld met een speciaal gas. Er is ook een raster van draden waardoor een elektrische stroom vloeit. Als de tv aan staat, zet elektriciteit het gas om in plasma, waardoor de fluorescerende elementen gaan gloeien. Zo wordt de afbeelding gemaakt.
Lcd-tv's zijn compleet anders. Het beeld op het scherm wordt gecreëerd door vloeibare kristallen die het licht moduleren dat uit de lamp aan de achterkant komt. Vloeibare kristallen laten, afhankelijk van de elektrische spanning, een of ander deel van het lichtspectrum door zichzelf heen.
Hoe gaat het in de praktijk?
Hoe manifesteren deze technologische kenmerken zich in de praktijk en wat zijn de voordelen van duurdere lcd-tv's in vergelijking met "plasma's", die goedkoper zijn? Ten eerste was de productie van lcd-tv's met een diagonaal van meer dan 32 inch tot voor kort niet mogelijk. Nu hebben fabrikanten geleerd hoe ze grote LCD-schermen moeten maken, maar technologisch is het moeilijk en duur.
Bij "plasma's" is de situatie omgekeerd: de technologie maakt het niet mogelijk om een plasmapaneel met een kleine diagonaal te maken. Daarentegen is de productie van een plasma-tv met een diagonaal van meer dan 32 inch aanzienlijk goedkoper in vergelijking met een lcd-tv van hetzelfde formaat.
Op dit moment zijn de kosten van LCD-panelen gemiddeld 25% hoger, wat de belangrijkste reden is voor de hogere prijs van dergelijke tv's ten opzichte van plasmapanelen. In de praktijk winnen "plasma's" in veel opzichten, hoewel lcd-tv's ook hun voordelen hebben, anders zou het geen zin hebben om ze te produceren.
Een van de belangrijkste voordelen van lcd-tv's is hun lage energieverbruik: het plasma heeft twee keer zoveel elektriciteit nodig om te werken. Bovendien worden plasma-tv's tijdens het gebruik erg heet, dus moeten ze worden uitgerust met speciale ventilatiesystemen die extra geluid veroorzaken. Daarnaast is het vanwege het gevaar van oververhitting niet veilig om de plasmatelevisie in nissen te plaatsen. Een ander belangrijk voordeel van LCD's is hun levensduur: ze hebben gemiddeld 80.000 uur, wat twee keer zo lang is als die van "plasma".
Wat betreft de beeldkwaliteit, hier is LCD inferieur aan "plasma". LCD straalt geen licht uit, maar zendt het uit door vloeibare kristallen, waardoor het beeld wat wazig is in vergelijking met het heldere en contrastrijke beeld dat een plasmascherm geeft. Bovendien flikkert het beeld op het "plasma" niet en ziet het er realistischer uit.
