Diafragma in fotografie is een cameralensapparaat dat bestaat uit metalen bladen en de diameter van de lichtcirkel verandert. De diafragmafunctie is beperkt tot het aanpassen van de hoeveelheid licht die in de lens valt, waarmee u de verhouding tussen de helderheid van het beeld van het gefotografeerde object en de helderheid van het object zelf kunt instellen, en ook de scherptediepte van de foto.
instructies:
Stap 1
Er bestaat zoiets als diafragmagetal. Dit getal geeft de diameter van het gat aan en daarmee de hoeveelheid licht die de cameralens binnenkomt. Het diafragmagetal wordt aangeduid met de Latijnse letter F. Voor een open diafragma zijn aanduidingen vanaf F 1.1 kenmerkend. tot F 5.6, voor medium - van F 5.6 tot F 11, voor gesloten - van F 11 tot F 128. Hoe lager het f-getal, hoe groter het diafragma en hoe helderder de foto zal zijn.
Stap 2
Ook wordt door het diafragma de gewenste scherptediepte van de achtergrond ingesteld, de zogenaamde scherptediepte. Het maximaal geopende diafragma geeft een zeer kleine scherptediepte (scherptediepte). Ondiepe scherptediepte benadrukt het onderwerp visueel tegen een onscherpe achtergrond. Om een grote scherptediepte te verkrijgen, wordt het meest gesloten diafragma gebruikt.
Stap 3
Houd bij het fotograferen rekening met de verhouding tussen het diafragmagetal en de sluitertijd. De sluitertijd geeft de tijd aan gedurende welke de sluiter van de camera open staat om een foto te maken. Dat wil zeggen, als het diafragma het licht per hoeveelheid doseert, is de sluitertijd in de tijd. Stel het diafragmagetal in op de sluitertijd, anders wordt de foto te donker of te licht en onscherp. Elke DSLR heeft sluitertijdvoorkeuze en diafragmavoorkeuze. In de modus diafragmavoorkeuze analyseert de camera het lichtniveau en past de sluitertijd aan op het reeds ingestelde diafragma. In de modus sluiterprioriteit is het tegenovergestelde waar: het diafragma wordt aangepast aan de huidige opnameomstandigheden.