Belichting is de tijd dat de sluiter van de camera wordt geopend voordat de lichtstralen het lichtgevoelige element raken. De juistheid van de sluitertijd bepaalt hoe helder en duidelijk de foto zal zijn.
instructies:
Stap 1
De eenvoudigste manier om de sluitertijd te bepalen, is door de camera het te laten doen. Zoek in uw camera naar automatische sluitertijd en diafragmamodus of diafragmaprioriteitmodus. De camera selecteert zelf de optimale waarden.
Stap 2
Als je de automatische modus niet kunt gebruiken, of als je wilt experimenteren met licht, kies dan de handmatige modus of de modus sluiterprioriteit. Sluitertijden kunnen variëren van 1/8000 seconde tot oneindig (afhankelijk van het cameramodel). Om de sluitertijd correct te bepalen, onthoud de basiswaarden in verschillende lichtomstandigheden.
Stap 3
Geschatte sluitertijden: 1/1000 - 1/500 - onderwerpen in beweging fotograferen; 1/500 - fotograferen op een zonnige dag; 1/250 - 1/60 - fotograferen bij verschillende lichtomstandigheden (bewolkte dag, schaduw, goed verlicht kamer en etc.); 1/125 - fotograferen in een fotostudio; 1/30 - fotograferen op een bewolkte dag, binnenshuis; 1/15 en langer - fotograferen bij weinig licht, een statief is vereist.
Stap 4
Denk eraan om kortere sluitertijden te gebruiken bij het fotograferen van bewegende onderwerpen. Dit geldt bijvoorbeeld voor het fotograferen van sportevenementen, dieren, dansende mensen, etc. Er moet echter voldoende licht zijn om ervoor te zorgen dat objecten scherp en helder zijn. Gebruik een lange sluitertijd bij het fotograferen met een statief bij weinig licht of voor speciale effecten (stromend water, beweging, enz.).