Een condensator dient als middel om elektriciteit op te slaan in een elektrisch circuit en wordt gebruikt in afvlakfilters, ruisfiltercircuits en andere circuits. Soms breekt de condensator tijdens storing, kortsluiting van de platen, door vocht op het apparaat, tijdens oververhitting en vervorming. De eenvoudigste manier om een condensator te controleren is door visuele inspectie.
Het is nodig
Ohmmeter, koptelefoon, stroombron
instructies:
Stap 1
Inspecteer de condensor op mechanische schade. Als bij visuele inspectie geen schade wordt gevonden, ligt de mogelijke oorzaak van de storing in het apparaat.
Stap 2
Controleer de condensator elektrisch. Het omvat kortsluiting, storing, kabelintegriteit, capaciteitsmeting, isolatieweerstandstest. Om een hoogvermogencondensator (vanaf 1 F en hoger) te testen, sluit u een ohmmeter aan op de klemmen. Als de condensator goed werkt, keert de pijl van het apparaat langzaam terug naar zijn oorspronkelijke positie. Als er een lek optreedt, keert de sondenaald niet terug naar zijn oorspronkelijke positie.
Stap 3
Om een middelgrote condensator (van 500 pF tot 1 μF) te testen, sluit u de telefoons en een stroombron in serie aan op de apparaataansluitingen. Als de condensator goed werkt, hoor je een kleine klik in de telefoons.
Stap 4
Laagvermogencondensatoren - tot 500 pF - worden getest in een hoogfrequent stroomcircuit. Sluit een condensator aan tussen de ontvanger en de antenne. Als het volume van de signaalontvangst niet tegelijkertijd is afgenomen, betekent dit dat er geen onderbrekingen zijn in de condensatorklemmen.
Stap 5
Om een condensatorstoring te detecteren, meet u de weerstand tussen de klemmen met behulp van een ohmmeter. Bij uitval is de weerstand nul.
Stap 6
Om te controleren op een mogelijke lekkage van de condensator, sluit u deze aan op een wijzertester in de weerstandsmeetmodus, waarbij u de polariteit in acht neemt. De interne circuits van de ohmmeter laden de condensator op, de pijl kantelt naar rechts, wat een toename van de weerstand aangeeft. De snelheid waarmee de pijl beweegt, hangt af van de capaciteit van de condensator. Hoe hoger de waarde, hoe langzamer de pijl beweegt. Nadat de pijl is gestopt, keert u de polariteit om - de pijl keert terug naar zijn oorspronkelijke positie. Als dit niet gebeurt, is een lek waarschijnlijk; zo'n condensator is onbruikbaar en moet vervangen worden.