De mogelijkheid om een printer of andere printapparatuur aan te sluiten via een draadloos Wi-Fi-netwerk is tegenwoordig heel gewoon. Het instellen van Wi-Fi-afdrukken veroorzaakt echter soms problemen voor gewone computergebruikers.
Configuratie via WPS-technologie
De methode om de printer op een computer aan te sluiten met behulp van Wi-Fi Protected Setup-technologie is de afgelopen jaren populair geworden vanwege de eenvoud en het gemak van installatie. Houd er echter rekening mee dat de WPS-modus die op de router is ingeschakeld, potentieel gevaarlijk is, omdat deze niet over voldoende betrouwbare coderingsbescherming beschikt. Het feit is dat bij het instellen van een printer met behulp van deze techniek, het niet nodig is om de netwerknaam te weten, dat wil zeggen de SSID, en er zijn ook geen verzoeken om een netwerkwachtwoord bij het verbinden.
Om de printer via WPS te configureren, moet deze ten eerste deze technologie zelf ondersteunen en ten tweede moet de router deze ondersteunen. Vervolgens moet het hele netwerk worden beveiligd met WPA (Wi-Fi Protected Access) of WPA2-codering. Dat wil zeggen, het is niet toegestaan om het coderingstype op WEP in te stellen. Het is ook de moeite waard om het filteren van MAC-adressen in de routerinstellingen uit te schakelen. Om te bepalen of de printer de WPS-communicatiemethode ondersteunt, raadpleegt u de handleiding of specificatie op de officiële website van de printerfabrikant.
Bepaal de pincode van uw router. In de regel wordt het op de achterkant afgedrukt en bevindt het zich naast het WPS-pictogram. De pincode bestaat uit acht cijfers gescheiden door een "-" teken. Ga vervolgens naar de routerinstellingen om de WPS-modus in te schakelen. Deze instelling is meestal te vinden in het gedeelte "Beveiliging". Besteed aandacht aan enkele van de WPS-instellingen. Vaak is het mogelijk om de pincode van de WPS-verbinding te wijzigen, wat erg handig blijkt te zijn. Veel routermodellen hebben ook een aparte knop op het apparaat om de WPS-modus handmatig in en uit te schakelen. Schakel het indien nodig in. Na de succesvolle lancering van WPS op de router en op de printer, moet de apparatuur binnen twee minuten worden aangesloten, zoals blijkt uit de brandende routerindicator.
Wizard-gestuurde installatie
Om de printer via de installatiewizard op de computer te kunnen aansluiten, moet de printer het type gegevenscodering WEP en WPA herkennen. In de regel ondersteunen alle printers met Wi-Fi-connectiviteit dit soort codering.
Ga naar het bedieningspaneel van uw printer en ga naar het gedeelte "Instellingen". Vouw het item Netwerk uit. De Wireless Setup Wizard geeft dan een lijst met beschikbare netwerken weer. Zoek uw Wi-Fi-netwerk tussen hen en selecteer het. Vervolgens moet u de netwerkcoderingssleutel invoeren en de configuratie wordt voltooid.