Voor een succesvol volledig gebruik van meerdere laptops en mobiele telefoons thuis, is het aan te raden om een eigen toegangspunt te creëren. Gebruik een wifi-router om snel je werknetwerk in te stellen.
Het is nodig
Wifi router
instructies:
Stap 1
Bepaal voordat u een wifi-router aanschaft welke kenmerken van dit apparaat het meest geschikt zijn voor de apparatuur waarmee u verbinding maakt. Lees aandachtig de instructies voor de laptops en mobiele telefoons die u wilt verbinden met het draadloze toegangspunt.
Stap 2
Ontdek met welke soorten beveiliging en radiosignalen telefoons en laptops kunnen werken. Vind de bijpassende opties. Het kan bijvoorbeeld voorkomen dat alle draadloze apparaten alleen een signaal kunnen ontvangen van een 802.11g-netwerk met een WEP-beveiligingstype. Koop een wifi-router die een toegangspunt kan maken met de gewenste specificaties.
Stap 3
Sluit de gekochte apparatuur aan op wisselstroom. Zoek de WAN-connector (Internet, DSL) op het apparaat. Sluit de kabel van de provider hierop aan.
Stap 4
Sluit een netwerkkabel aan op de Ethernet- of LAN-connector en sluit het andere uiteinde aan op de netwerkadapter van de laptop. Schakel beide apparaten in en start een browser op de laptop. Voer in de adresbalk van uw browser het IP-adres van de router, dat u vindt in de gebruikershandleiding van dit apparaat, in.
Stap 5
De webgebaseerde interface van de wifi-instellingen van de router wordt voor je geopend. Klik op het WAN (Internet Connection Setup) menu om de internetverbinding in te stellen. Stel de parameters van de benodigde items van dit menu in op basis van de aanbevelingen en vereisten van de specialisten van uw provider. Sla de instellingen op.
Stap 6
Ga naar het menu Draadloze verbinding instellen. Stel de toegangspuntparameters in waarmee de draadloze adapters van mobiele telefoons en notebooks zullen werken. Sla de netwerkinstellingen op en start de wifi-router opnieuw op.
Stap 7
Open de wifi-netwerkinstellingen op je mobiele telefoon. Voeg een nieuw draadloos netwerk toe. Geef een naam op, selecteer een authenticatieprotocol en voer een wachtwoord in.