Het concept van de iPhone werd in 2000 uitgevonden door een Apple-medewerker John Casey. Hij stelde voor om een draagbare iPod en een mobiele telefoon te combineren in één apparaat, dat hij de Telipod noemde. Al snel begon een team van Apple-experts, onder leiding van mede-oprichter en CEO Steve Jobs en vice-president industrieel ontwerp Jonathan Ive, met het bouwen van de iPhone.
De eerste pannenkoek is klonterig
De eerste smartphone van Apple was de ROKR E1, uitgebracht op 7 september 2005. De telefoon is gemaakt in samenwerking met Motorola en was in feite een gewone Motorola E398. Alleen de kleur van de behuizing werd veranderd en er werd software van Apple toegevoegd, met name de iTunes-speler, die doet denken aan de iPod-interface.
De eerste pannenkoek kwam er klonterig uit. Ondanks een krachtige reclamecampagne ging de verkoop van de telefoon niet door. Het ontwerp werd als niet succesvol beschouwd en de functionaliteit was zwak. Sommige gedrukte media herkenden de telefoon als een mislukking van het jaar. Beide partners waren ontevreden over de samenwerking, gaven elkaar de schuld van het mislukken. Iedereen besloot zijn eigen weg te gaan.
Ondanks de tegenslag tekende Steve Jobs een tweerichtingspartnerschap met Cingular Wireless, dat nu onder de merknaam AT&T opereert. Jobs kondigde ook aan dat Apple binnenkort een eigen mobiele telefoon gaat bouwen.
De iPhone is gemaakt in het striktste geheim. Ingenieurs die verschillende onderdelen van de telefoon ontwikkelden, mochten zelfs niet met elkaar communiceren.
Innovatieve telefoon
Op 9 januari 2007 onthulde Steve Jobs tijdens een zakelijke conferentie in San Francisco de iPhone. Hij beschreef het nieuwe apparaat als een combinatie van een grootformaat iPod met aanraakbediening, een revolutionaire mobiele telefoon en een baanbrekende internetswitch.
De iPhone-productie begon op 29 juni 2007 in de Verenigde Staten. Duizenden mensen hebben zich vooraf aangemeld voor iPhones bij Apple en Cingular Wireless-kantoren. In winkels veegden shoppers smartphones eenvoudigweg binnen enkele uren weg. Al snel begon de verkoop van de iPhone in het VK, Frankrijk, Duitsland, Spanje, Portugal, de Republiek Ierland en Oostenrijk.
Zoals bedacht door Steve Jobs, werd de iPhone de eerste mobiele telefoon zonder vast toetsenblok. Het was volledig touch, met innovatieve multitouch-technologie, originele scroll- en zoomsystemen.
De iPhone had ook een ingebouwde versnellingsmeter en bewegingssensor, waardoor gebruikers het horizontale en verticale scherm konden veranderen door simpelweg de telefoon te draaien. Het esthetische ontwerp van de smartphone is ontwikkeld door Jonathan Ive.
The New York Times en The Wall Street Journal hebben positieve maar voorzichtige recensies van de nieuwe smartphone gepubliceerd. Hun belangrijkste kritiek had betrekking op de trage internetsnelheid van de mobiele operator Cingular Wireless en het onvermogen van de iPhone om met 3G-technologie te werken. Columnisten van The Wall Street Journal concludeerden dat "de iPhone, ondanks enkele gebreken en artistieke omissies, een baanbrekende zakcomputer is."
Time Magazine noemde de iPhone de beste uitvinding van 2007.