Mobiele communicatietechnologieën evolueren voortdurend. Om klanten concurrerende diensten te kunnen bieden, streven mobiele operators ernaar om de nieuwste ontwikkelingen op dit gebied te gebruiken. De meest veelbelovende richting van vandaag is de ingebruikname van 4G-netwerken.
De 4G-klasse omvat tegenwoordig mobiele communicatienetwerken die zijn gemaakt op basis van technologieën van de vierde generatie. Ze worden gekenmerkt door een hoge snelheid van informatie-uitwisseling en een verbeterde kwaliteit van spraakcommunicatie. In tegenstelling tot 3G gebruiken netwerken van deze klasse alleen protocollen voor pakketgegevensoverdracht (IPv4, IPv6). De wisselkoers is meer dan 100 Mbps voor mobiele abonnees en meer dan 1 Gbps voor vaste abonnees. Spraakoverdracht in 4G-netwerken vindt plaats via VoIP. Er zijn momenteel twee technologieën waarvan wordt erkend dat ze aan alle vereisten van 4G-netwerken voldoen. Dit zijn LTE-Advanced en WiMAX (WirelessMANAdvanced).
De ontwikkeling van LTE-technologie, het prototype van LTE-Advanced, werd in 2000 gestart door Hewlett-Packard en NTT DoCoMo. Deze richting was veelbelovend, aangezien zelfs netwerken van de derde generatie net aan populariteit begonnen te winnen. De technologie begon pas bij de tiende release te voldoen aan de vereisten van 4G. Aangezien deze standaard echter kon worden toegepast in bestaande mobiele netwerken, begon deze te profiteren van de steun van mobiele operators. Het eerste netwerk op basis van LTE-Advanced werd officieel gelanceerd in december 2009 in de steden Stockholm en Oslo.
WiMAX-technologie is een evolutie van de standaard voor draadloze gegevensoverdracht via Wi-Fi. Het wordt ontwikkeld door het WiMAX Forum, opgericht in 2001. Een kenmerk van WiMAX is het bestaan van verschillende protocollen voor informatie-uitwisseling voor statische en mobiele abonnees. Het eerste mobiele netwerk met WiMAX-technologie werd in december 2005 in Canada gelanceerd.
Tegenwoordig beginnen 4G-netwerken over de hele wereld steeds populairder te worden. De uitvoering ervan is echter beladen met bepaalde moeilijkheden. Een daarvan is dat hoogfrequente radiogolven die in deze netwerken worden gebruikt, extreem slecht zijn in het doordringen van stedelijke gebouwen. Daarom zijn (vergeleken met 3G) veel meer basisstations nodig om kwaliteitsdekking te bieden.