Bij het maken van uw eigen versie van de firmware is het niet alleen noodzakelijk om programmeertalen te kennen, maar ook om u te laten leiden door de kenmerken van het object waarin het vervolgens wordt geïnstalleerd. Bij afwezigheid van ten minste basiskennis over de werkingsprincipes van de apparaatsoftware, is het beter om de onafhankelijke ontwikkeling ervan niet uit te voeren.
Noodzakelijk
Een set hulpprogramma's voor het maken van apparaatfirmware
instructies:
Stap 1
Leer de basis van het apparaat waarvoor het firmwareprogramma dat u ontwikkelt, bedoeld is. Voor een meer gedetailleerde studie wordt aanbevolen om de bronbestanden van de kant-en-klare software te gebruiken, omdat u op deze manier niet vergeet na te denken over de basisfuncties van het apparaat en uw eigen kenmerken van uw wijziging te creëren.
Stap 2
Zorg voor de ontwikkeling van extra functies die worden ondersteund door het firmwareprogramma van uw apparaat. Zorg ervoor dat u controleert hoe dit werkt met de kernfunctionaliteit en of er conflicten zijn. Geef ook een aantal punten met hoge prioriteit met secundaire.
Stap 3
Schrijf de firmwareprogrammacode voor uw apparaat. Maak mappen, applicatiebestanden en systeemconfiguraties aan en zorg voor onderlinge verbinding. Maak ook een softwaremenu dat de hoofd- en secundaire functies van het apparaat bevat. Vergeet ook de graphics niet.
Stap 4
Teken de menupictogrammen, het uiterlijk van het programma. Trouwens, er zijn voldoende verschillende aanpassingen aan apparaatfirmware. Vergeet dit niet bij het implementeren van dit of dat idee voor uw apparaat, het is goed mogelijk dat vergelijkbare firmware al bestaat.
Stap 5
Nadat u uw bugvrije firmware hebt gemaakt, compileert u deze in een installatiebestand. Voeg de oude versie van de apparaatsoftware samen met uw computer en sla deze op voor het geval uw firmware plotseling niet meer werkt. Dan kun je de oude weer gebruiken om het apparaat weer in de oorspronkelijke staat terug te brengen. Installeer de door u ontwikkelde software en test deze.